Donderdag 11 mei

We staan hier helemaal alleen, en hebben allebei heerlijk geslapen (één keer wakkergemaakt door een randdebiel die over de parking kwam sjezen).

Het weer valt goed mee, afwisselend bewolkt en zonnig, in de namiddag of avond zou het eventueel kunnen onweren. Benieuwd of dat gaat kloppen. In ieder geval: het lijkt overal in Italië slecht weer te zijn, dus daarvoor moeten we al niet verkassen. Als het klopt wat ik opzocht, is het nu bovenop de Gran Sasso -4 graden. Woeps. Sneeuw is dus inderdaad nog steeds een optie. 

We maken ons op het gemak klaar, ik werk een blogbericht af, en we gaan nog een fotowandelingetje maken rond het meer van Sinizzo.

Het is klein, best wel mooi, en we zien waterschildpadden.

Na een stroeve conversatie met een man op leeftijd die de putten in de parking komt vullen met grind (hij mompelt nogal door het gebrek aan tanden in zijn mond, waren we in Frankijk en ware het een Fransman, we hadden hem wellicht ook niet begrepen), ontbijten en vertrekken we om 9u.

We hebben een plan in ons hoofd voor wat we willen doen vandaag. De zon schijnt, joepie! En als de zon hier schijnt, is het hier (aan de voet van de bergen) zelden echt koud. Alles ziet er zoveel mooier uit in de zon. De graanvelden (denk ik) staan vol klaprozen, we zien er hier enorm veel. We rijden de bergen in langs ondertussen bekende wegen. Yep, regen en lage wolken.

Ik dacht nog wat dingen te bezichtigen, maar ik viste de foute info uit mijn planning, moeha 🙂 We komen aan een gigantische parking…

… (mooi uitzicht richting beter weer)…

… waar je niet mag staan, we vermoeden dat hier morgen de bussen of de pers geparkeerd gaan worden.

We proberen nog maar eens een berg op te rijden maar opnieuw: sneeuw, en no go zonder sneeuwkettingen.

We keren terug, en zetten koers naar Santo Stefano di Sessanio (1250m). En ondertussen klaart het uit.

De mooie paars-roze boom moest ook op de foto.

Nog zo’n casa cantoniera, mooi opgeknapt deze keer.

Het laatste stuk naar Santo Stefani di Sessanio.

(ja, ik vind het moeilijk om foto’s te kiezen)

In het dorp is de “no camper” parking nog steeds leeg, dus daar gaan we niet staan. Op de camperplaats met modder/gras is de modder ondertussen wat opgedroogd, en staan er een tiental campers. Meneertje Mertens wil er niet bij gaan staan, hij vertrouwt het niet (terecht). We rijden naar de geziene plekjes langs de weg. Ha, er staan 2 campers op de parking die we zagen. We keren terug naar het plekje dat ik zag, daar is een camperaar de boel aan het bekijken, en hij rijdt weer weg. We kijken eens rond en snappen waarom: daar zit een zooi aan muggen, niet normaal. Hier gaan we ook niet staan, we gaan levend opgevreten worden. We keren terug naar de parking, en stellen ons bij de twee campers. Die staan ver uit elkaar, we kunnen er net nog bij, en zo hebben we ons plekje gevonden om 11u15. De twee mannen die bij de campers horen, komen wat later terug van een wandeling, en die voor ons is zo vriendelijk voor te stellen wat dichter bij elkaar te gaan staan, zodat ook wij comfortabeler kunnen staan. Toppie. We zijn content. Het is een rustige weg, waar niet al te veel verkeer is.  We eten ons middageten met zicht op de bergen en gaan een rustige namiddag tegemoet.

De zon schijnt fel, het waait vrij hard, wij houden ons binnen in stilte bezig. Lezen, tukje doen, beetje laptoppen… zalig. Ik had de afgelopen dagen last van uitslag van de zon (heb ik wel vaker bij de eerste felle lentezon), en blijf vandaag netjes uit de zon. Eens wat foto’s maken kan natuurlijk wel.

Meneertje Mertens gaat wat voor de camper zitten en smelt bijna. We zien evenwel wolken verschijnen en aanzwellen, dat onweer, dat komt er nog wel van.

We kijken naar de laatste 40km van de koers, en ondertussen begint het inderdaad te kletteren. Onweer, regen, hagel. Waar we altijd een beetje angstig naar kijken, die hagel, als we in een camper zitten. Maar het blijft bij gewone hagel. Het blijft een flinke tijd regenen, bij momenten valt de regen met bakken uit de lucht. Blij dat we niet op het modder/grasveld staan. Tegen de avond klaart het uit, en komt de zon er weer door. We eten, lummelen wat rond, maken foto’s van de zonsondergang…

… en kruipen in onze nest. De wekker staat voor de zonsopgang.

Vrijdag 12 mei

‘s Avonds als we in ons bed liggen, horen we vreemde geluiden. Eigenlijk kunnen we niet anders concluderen dan dat we wolven horen huilen. Lichtjes creepy. Maar we slapen hier verder heel goed. We hadden het niet overtuigd warm, bij een volgende overnachting in de bergen moeten we onze fleecedekentjes bij de hand houden. Meneertje Mertens is wakker voor de wekker (-> voor 5u). We staan op het gemak op, drinken koffie, en houden de hemel in de gaten. Ik maak foto’s, Meneertje Mertens maakt een timelapse. Het is koud (4 graden), op de Gran Sasso zou het nu -6 graden zijn.

We ontbijten, en maken een wandelingetje naar het dorp.

Ongeveer een kilometer via de grote weg, maar druk is het niet. We kijken eens rond bij de kerk en de helling naar het kasteel. Veel verder gaan we niet, het kasteel wordt verbouwd en je ziet hier meer kranen dan iets anders.

We keren op het gemakje terug en installeren ons nog wat in de camper, het is nog steeds niet echt warm. Bij de Italiaanse buren stopt regelmatig eens iemand, en ze hebben ook een paar gasten die blijven. Onder hen een Zwitserse Italiaan die goed Frans spreekt, en zo kunnen we toch eens een babbeltje doen. We maken ons middageten klaar, Meneertje Mertens bakt aardappeltjes en vlees op de Campinggrill, met een slaatje erbij zal dat wel smaken. Eén van de Italiaanse buren komt hem brochetjes brengen, ha, lekker! Het zijn naar mijn idee lamsbrochetjes, en ze zijn heerlijk. Wat later komt de mens ons zeggen dat we straks nog maar eens moeten afkomen voor wat meer brochettes en lokale kaas en gerookte ham.

Wat we ook doen. De Franstalige mens vraagt ons of we weten welk vlees voor de brochettes gebruikt wordt. En zegt erbij dat veel mensen hard weglopen als hij het vertelt. Hm? Ik dacht gewoon lamsvlees? Het blijkt schaapsvlees te zijn. Hij is verbaasd dat we dat OK vinden, in Zwitserland moet men blijkbaar niet hebben van schaapsvlees. En mijn gedacht van lam zat er zo ver niet naast. (als je jaren in een stad met een groot contingent mensen van Turkse origine gewoond hebt, dan is dat niet raar). Ze hebben zelfs een speciale barbecue om de spiesjes op te grillen.

(de contraptie voor de etende Italiaan) (die in maart/april dit jaar in Gent en Oudenaarde was voor de Ronde van Vlaanderen, en de Cyclotour meegereden heeft, trots toonde hij ons zijn foto’s).

We sturen een foto naar het thuisfront zodat ze ons eventueel kunnen herkennen.

Er passeert een groep fietsers, en tot onze verbazing houden die halt bij de buren, en krijgen allemaal brochetjes toegestopt. Er wordt gesmikkeld, er is ambiance. Er is een jongen bij die Nederlands spreekt, en dat ook gretig doet met ons, veel kans krijgt hij daarvoor niet in Italië. Hij woonde vele jaren in Leuven, en moest bij de terugkeer van de familie zelfs avondlessen Italiaans volgen omdat hij zijn moedertaal niet goed genoeg sprak. Eén van onze buurmannen vertelt dat ook Alessandro Ballan bij de groep is.

Er stoppen medewerkers van de organisatie van de Giro-E, ze krijgen water en… brochetjes.

De Giro-E lijkt ons niet echt een competitie, en toevalligerwijs is er net voorbij onze plek een stop om terug één peloton te vormen, en om te ravitailleren. En er staat al snel een heel pak e-renners bij onze buren voor de lekkere brochetjes. We vinden het hilarisch en gezellig.

Andrea Tafi komt bij ons om een pint vragen, als zeggen dat we geen bier hebben, zijn we slechte Belgen. We moeten raden wie hij is maar moeten het antwoord schuldig blijven, oeps. Als hij zijn naam zegt, is het natuurlijk een aha-erlebnis. De Italiaan die in de periode van Musseeuw en Van Peteghem ook de Ronde van Vlaanderen won. Sympathieke mens.

Na veel chaos trekt de Giro-E zich weer op gang, en keert de rust terug. We beginnen zo stilaan te denken dat die mannen naast ons 50 kilo brochetten in hun camper zitten hebben. (en ook véél flessen bier)

We moeten zeggen, we hebben wel plezier met onze buren. We vinden de sfeer hier anders dan in Frankrijk, het is allemaal veel goedmoediger. De ambiance in Frankrijk krijgt naar mijn aanvoelen vaak een agressieve ondertoon, hier voel ik die niet. We zetten ons in onze zeteltjes en kijken naar wat er aan onze deur passeert.

Onze buren zwaaien met hun brochetjes naar de passanten, en we liggen in een deuk als een wagen van Bahrein Victorious stopt. Omnomnom, met de nodige spiesjes zijn ze weer vertrokken. Onze Italianen blijven succes hebben met hun brochetjes, soms is het echt een boeketje brochetje. We amuseren ons heel erg met al het gewoel voor onze deur. Het weer is ondertussen wisselvallig maar de zon wint het wel. Heel duistere wolken, maar ze blijft meestal schijnen.

Een heel klein beetje miezerige regen, maar niet veel. Wel koude wind, erg warm is het hier niet, maar we zitten dan ook al op 1250 meter. De renners passeren in 4 stukken: de 3 koplopers, het peloton met de roze trui, een eerste grupetto en dan nog een tweede waarin we Cavendish herkennen.

We verkassen naar binnen en kijken verder naar de koers op TV. Waarna we opruimen, afscheid nemen van onze Italiaanse buren, en vertrekken. We hebben een flink pak kilometers te doen, we willen op het parcours van de tijdrit van zondag gaan staan, ergens tussen Savignano sul Rubicone en Cesena. We rijden eerst naar L’Aquila waar we lozen, en daarna naar een eerste tussenstop, de Cappella di San Vincenzo Ferrer. De rit is erg mooi.

Cappella di San Vincenzo Ferrer

De avond valt al, en we beslissen op de parking bij de kapel, naast een camper die er al stond, te blijven overnachten. Op 1450 meter nu, de fleecedekentjes liggen klaar. 

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

23 reacties

  1. Een prachtig land, ook die dorpjes, zelfs de dreigende wolkenluchten. Ik ben geen wielerliefhebber, maar met dank aan jouw blog volg ik nu wel het sportdeel na het nieuws. Wat jouw schrijven niet al vermag!

  2. Geweldig je foto’s. Die van de schildpad is magnifiek.

    Contact met andere campers is meestal niet zo jullie ding, maar dit ziet er heel gemoedelijk uit.

    Fijn met jullie mee te reizen.

    1. Dankjewel! 🙂 En leuk dat je het fijn vindt om mee te reizen 🙂

      Vooral ik ben niet zo aan die sociale contacten, maar hierbij voelde ik me op m’n gemak. Ook nu staan we samen met een groepje andere camperaars, onder wie een Belgisch koppel dat we overal tegen het lijf lijken te lopen. Ook dat is aangenaam 🙂

  3. Jullie maken er echt wel een zeer leuk gebeuren van hoor en je ziet ook nog een stuk van het Italiaanse binnenland. Het wisselvallige weer moet je er maar bij nemen, na regen komt altijd zonneschijn.

    1. Ja, zo’n grote ronde volgen is voor ons een “kapstok” om een land van alle kanten te zien. We vinden het een fijne combinatie (want we slaan zeker de helft van de ritten over, erg obsessief zijn we er niet mee bezig).
      Het is nu pijpenstelen aan het regenen, maar we laten het niet aan ons hart komen 🙂

    1. Zot hè. Ze hebben er echt kilo’s en kilo’s uitgedeeld. We hebben die dag heel veel gelachen, en heel veel plezier gehad met die mannen. Is een schitterende herinnering 🙂

Zeg het eens?