Terug thuis ondertussen, maar nog wat dagen reisdagboek in te halen.

Zondag 31 juli

Meneertje Mertens staat vlot op om te gaan fietsen. Rond 8u is hij weg voor een toerke van 50 kilometer. Ik zou ook gaan fietsen, maar veel zin heb ik niet. Ik zal wel moeten, want hij heeft mijn fiets al van de camper gehaald, het zou een beetje niet lief zijn om die dan niet te gebruiken.

Ik blijf nog wat lezen in bed, zoek daarna mijn gerief bij elkaar maar ik vind de sleutel van het grote slot niet. Meneertje Mertens had nochtans gezegd waar hij die gelegd had, maar ik kan het me niet herinneren. Dus wacht ik maar tot hij terug is. Ik weet me wel bezig te houden. Als hij terugkomt, valt me ineens in waar de sleutel is, aan de kapstok aan de deur. Ha. OK.

Ik raap mijn moed nog wat samen, en vertrek dan voor een toertje van 10 kilometer. Ik maak een beetje ruzie met mijn fietscomputer en rij de rit uiteindelijk in de omgekeerde richting. En eigenlijk geniet ik er echt ook wel van. Ik heb weinig last van de wind en het vals plat.

Eerste stop aan de kerk en het oorlogsmonument. De kerk mag niet meer betreden worden.

Rumegies is een grensgemeente: dit was lang geleden een smokkelroute.

De grens is godsonmogelijk lelijk.

Het riviertje heeft iets, maar ook niet echt veel.

Het grenskotje daarentegen vind ik geestig.

Ik heb enorm veel kapelletjes gezien de laatste weken, maar ik heb er weinig gefotografeerd. Op mijn fietsroute kwam ik er een paar tegen, maar het waren niet bepaald de meest florissante exemplaren.

Tevreden keer ik terug. Het zag er bijwijlen dreigend uit, maar ik bleef droog.

We maken iets eenvoudigs om te eten (worstjes, sla en tomaat, tabouleh), waarna we naar de allerlaatste rit van de Tour de France van dit jaar kijken. Wat zijn we verwend geweest met twee mooie Tours! Ik schrijf twee blogberichten om wat schade in te halen, we hangen op het gemakje rond…

…we gaan afwassen in het sanitair van de camping (dat is altijd een beetje een avontuur op zo’n oude camping), en ‘s avonds kijken we naar de allerlaatste Vive le Vélo. En zo loopt onze laatste dag in Frankrijk op zijn eind. 

Maandag 1 augustus

Vandaag rijden we naar Stekene voor onze laatste vakantiedagen, en ondertussen passeren we eens thuis. We staan rond 8u op, om te vertrekken rond 9u, in het gedacht dat we zullen moeten wachten tot de receptie opengaat, voor de bareel. We staan rond 8u50 voor de bareel, en tot onze verbazing gaat die automatisch open. Dat hadden we niet verwacht!

We rijden via een ommetje naar de grens: als tussenstop stak ik Condé sur l’Escaut in de route. Vinden we altijd plezierig. We passeren aan een vreemde plaats, een stukje doodlopende geasfalteerde weg in het groen, waar ik tegen Meneertje Mertens zeg dat je er zou kunnen staan met een camper. Even later komen we aan de andere kant van de weg eenzelfde stukje doodlopende geasfalteerde weg tegen, en daar staat tot mijn plezier een bord dat je er met de camper mag staan. Het bord geeft ook een loosplaats aan. We waren er al voorbij, en Meneertje Mertens keert terug om te gaan lozen. Blijkt dat je er niet kan lozen. OK dan.

Is het symbolisch dat we naar België in de regen? Dezer dagen niet meer zo, eigenlijk.

Verder dan maar. In Condé sur l’Escaut zien we een bakkerij, ik ga er ons ontbijt halen. We rijden verder, en steken in Péruwelz (waarvan ik de schrijfwijze niet kan onthouden, ik maak er altijd Pérulwez van) de grens over. De basiliek is ingepakt.

Een eindje verder stoppen we na wat gemopper van mijnentwege op een parking, met enkel een kop koffie kan ik niet voort tot de middag, ik wil nóg een kop koffie en iets eten. Daarna gaat het verder op de N60 richting Gent. De madame van Google wil ons rondsturen via de Krijgslaan en zo, ik vind dat een beetje te gortig en we rijden via de R4. We nemen geen autostrades, OK, maar ik snap niet waarom we niet eerder al via de binnenwegen van pakweg Nazareth naar Waarschoot konden rijden. Soit.

Rond 11u45 zijn we thuis. Bedoeling is de gewone fietsen thuis af te zetten, en mijn koersfiets ook mee te nemen. Er blijven ook wat dingen thuis die we niet tot zeer weinig gebruikt hebben, en de satelliet laten we ook thuis.

De ijsbloemen bloeien.

Het gras staat niet kniehoog.

Het onkruid daarentegen…

We nemen allebei een bad, ik eet iets, en we zijn weer op pad. Madame Google is een beetje pesterig omdat we geen autosnelwegen willen nemen, en stuurt ons echt via de vreemdste wegen. De smalste ook. De GPS van onze auto (de vaste in de Opel) beschouwt de Expresweg niet als autostrade, Madame Google blijkbaar wel. We gaan nog geld afhalen, en rond 14u45 zijn we in Stekene.

Plekje zoeken, lekker achteraan op de wei, daar is nu ook elektriciteit. Installeren, en buiten zitten.

Meneertje Mertens is moe en gaat een tukje doen, ik lees nog wat. En maak foto’s van de zonnebloemen.

We gaan een schoteltje halen uit de Foodomaat vooraan, allebei een slaatje. ‘s Avonds schrijf ik verslag (van twee dagen, foei toch), kijken we nog een Vive le Vélo in uitgesteld relais, en kruipen niet al te laat in ons bed. 

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

10 reacties

  1. En zo zit jullie vakantie er weeral op maar ik denk wel dat jullie het ontzettend naar jullie zin hadden hé. De blogs en de vele foto’s logen er niet om. Nu weer verder genieten op Belgische bodem….. Groetjes, Rudi

  2. onkruid zijn pioniers, hoorde ik onlangs in documentaire…groeit waar je het niet verwacht maar ook in omstandigheden die onmogelijk zijn. dus in die droogte, groeide enkel…het onkruid

Laat een reactie achter bij Thomas PannenkoekReactie annuleren