Dienstmededeling: vandaag en donderdag verschijnen 2 blogberichten, het reisverslag en blogberichten die al klaarstonden. Die verschijnen wat later. Ik probeer de komende dagen te antwoorden op eerdere reacties op reisverslagjes.

Zondag 25 april

De nacht op de camperplaats in Tongeren was rustig. Onze wekker staat heel vroeg, we willen vroeg naar de koers (Luik Bastenaken Luik) vertrekken. Maar we slapen een uurtje langer (ik had ‘s nachts weer veel wakker gelegen, piekeren of we in het donker wel van de camperplaats zouden geraken – die bareel! – en of onze plannen voor de koers niet vreselijk slecht waren). We drinken koffie, Meneertje Mertens zorgt nog voor de laatste praktische dingen (lozen en zo), en we vertrekken rond 6u30. We stoppen nog even voor een (flauwe) foto van de zonsopgang.

We willen onze plannen wijzigen, maar rijden voorlopig naar onze voorziene plek om op het parcours te komen. Ik heb ‘s morgens nog gezien dat de vrouwen vanuit Bastogne vertrekken, en onderweg bedenken we dat die toch hetzelfde parcours moeten volgen als de mannen? En dat we misschien beter ergens voor Bastogne gaan staan, en zo kunnen we de twee pelotons nog zien passeren. We gooien het roer om naar Bastogne (niet echt, Luik en Bastogne zijn dezelfde richting uit). We stoppen op een parking, en werken ons plan uit. We gaan tot een plek in de buurt van Stavelot rijden. Strak plan. Ter plaatse gearriveerd, rijden we het parcours af, om tot de constatatie te komen dat zowat nergens plaats is om te staan. En nog voor Stavelot botsen we op een hoogtebeperking van 2,5m. Kar keren dus, en we rijden terug richting Francorchamps. Geen plekje te zien. Francorchamps door, en zo volgen we het parcours. We rijden een heel eind verder, geen plekje te zien. Uiteindelijk belanden we op de Col du Rosier. Die we behoorlijk vlot oprijden. Maar alweer, geen plekje te zien. Hier en daar iets, maar niks waar we echt vrolijk van worden. We rijden de top over, en dan zien we ineens een plekje. Niet te zot ver na de top, dus erg hard gaan ze hier niet nog niet rijden. We rijden het plekje op, en meteen na ons volgt nog een camper. We staan dus met twee. Wat me een meer gerust gevoel geeft, ondanks mijn zeer asociaal zijn, sta ik niet echt graag alleen. Ze moeten mij wel met rust laten. En dat doen ze ook. We brengen een rustig dagje door langs de kant van de weg.

Rond 11u passeren de dames. Het peloton ligt in stukken en brokken uit elkaar, het duurt enorm lang voor alle rensters alleen of met twee of in trosjes gepasseerd zijn, en we de groene vlag zien. Na de passage ga ik op stap, anderhalve kilometer zou een mooi uitzichtpunt zijn, en daar wil ik wel eens heen.

Meneertje Mertens blijft bij de camper, die laten we in deze omstandigheden niet graag alleen. Komoot flikt me wel weer wat, ik beland op een pad in de modder en koeienvlaaien, en ben bang opeens oog in oog te staan met een Galloway stier. Het blijft echter rustig. De rest van het pad is OK. Het uitzichtpunt is mooi.

Skipiste dus, zoals je ziet.

Maar toch mooi.

Ik moet wel dezelfde weg terug, maar nu slaag ik erin de grootste modderpoelen te ontwijken. Geen foto’s van modderpoelen, ook niet van koeienvlaaien.

Terug bij de camper maak ik ons laatste eten klaar, waarna het tijd is voor koers op TV. De mannen passeren rond 15u. Ze rijden toch in een meer compact peloton dan de vrouwen, het is nog te vroeg voor de volledige destructie. Na de passage blijven we nog staan om de koers op TV uit te kijken. Waarna we moeten beslissen wat we gaan doen. Meneertje Mertens is toch niet helemaal pro hier op ons eentje blijven staan (wat ik een optie vond, maar hij heeft groot gelijk), en we gaan op zoek naar een camperplaats. Als dit een voorbode wordt van wat ons nog te wachten staat…

We rijden naar de camperplaats bij het stuwmeer van de Gileppe. Waar de camperplaats vol staat, en je in principe niet mag blijven staan op het andere deel van de parking. OK dan. We rijden naar camperplaats bij de stuwdam van de Vesder in Eupen, maar ik zag in de commentaren dat je er door de politie weggestuurd zou worden wegens covid. We vragen ons af of dat nu nog zou zijn, en rijden ernaartoe. En, vreemd genoeg: niet één camper op de camperplaats met 30 plaatsen. Op de camperplaats staan remsporen die wijzen op racen (iets wat we vandaag enorm veel gezien hebben, heelder groepen motards – vesparijders – sportwagenrijders op stap, de eersten en de laatsten vooral om zo hard mogelijk te rijden, jongens, erg was dat), en er hangt jeugd rond die er niet al te fris uitziet. De combinatie van die factoren zorgt ervoor dat we er nog niet over dénken hier te blijven. Maar het was er wel mooi en spectaculair om erheen te rijden (geen foto’s, sorry).

Next. Camper Parking Galmeiplatz in Kelmis. Op hoop van zege. Onderweg zit ik te bedenken wat we gaan doen als er hier ook geen plaats is. Ik zie een parking van een Fest- und Sporthalle, is een optie. Eventueel een parking van een supermarkt. Maar, lo and behold, er is plaats. Er staan al wat campers, een gezin met jonge kindjes, op het sportpleintje ernaast wordt gebasketbald door jongeren, maar het voelt allemaal best wel OK aan. We blijven. Hoera! We eten soep met een boterham, we maken plannen voor morgen en de komende week, en kruipen toch wel weer behoorlijk moe in ons heerlijk nestje. 

Maandag 26 april

Voor het eerst sinds we weg zijn, slaap ik eens een ganse nacht door. Wat doet dat deugd, ik heb me in tijden niet meer zo uitgeslapen gevoeld. We zijn wakker een goed half uur voor de zonsopgang, drinken koffie, gaan eens buiten om foto’s te maken van de zonsopgang (mager beestje), ik ontbijt, en we zijn weg.

De camperplaats.

Gisteren hebben we besloten naar Vlaanderen te trekken, meer bepaald naar West-Vlaanderen. Tegen het einde van de maand willen we sowieso naar camperplaats Sixtusbos in Vleteren, en we beslissen meteen al een stuk dichter op te schuiven. De camperplaats Meikensbos in Dentergem trok al eerder mijn belangstelling, en daar gaan we heen. We maken een grote omtrekkende beweging rond Brussel. Ik wil zo de grote steden vermijden, en hoop ook wat rustige wegen en mooi landschap te krijgen.

In het begin is het moeilijk, mooi landschap is geen probleem (Hoge Venen, niewaar) maar rustige wegen, ho maar. Ochtendspits, ik weet het, maar dan nog. Wat je allemaal meemaakt als je met zo’n groot zeilschip, dat niet altijd even snel vooruitkomt, onderweg bent, is bijwijlen onvoorstelbaar. We worden een paar keer ongelooflijk gevaarlijk voorbijgestoken door haastige automobilisten die alle verkeersregels maar ook alle veiligheid van zichzelf en een ander aan hun laars lappen. Twee keer was een frontale botsing niet veraf (tussen hen en een tegenligger).

We stoppen eens om foto’s te maken van de zon die het landschap met goud overgiet, maar die mislukken jammerlijk. Deze foto van de ochtendkleuren uit de wagen kan er nog mee door.

Er zijn ook veel tractoren op de baan.

We rijden via wegen en dorpen waar we eerder in de week al passeerden, we zien Tihange weer vanuit de verte. In Moxhe stoppen we op de Chaussée Romaine voor een kop koffie en foto’s van het mooie uitzicht.

In de Kalvariestraat zien we dit schitterende kapelletje. Er staat zelfs een ingelijst schilderijtje in.

We stoppen eens bij een Delhaize die nog niet open is voor boodschappen. Oeps. In Marbais is een Dats 24 waar we tanken, en waar we dan meteen ook maar naar de Colruyt gaan voor die boodschappen, zijn we daar dan ook meteen vanaf. Eens we Nijvel gepasseerd zijn, gaat het van mooi naar héél mooi, en worden de wegen ook rustig. We rijden tot de omgeving van Brugelette, en zetten dan koers naar Dentergem. We passeren tot ons jolijt aan het Hellend Vlak van Ronquières, en rijden verder via een ons heel bekende streek. Ronse passeert de revue, en we rijden een stukje door de Vlaamse Ardennen via Ronde van Vlaanderen-gebied. Via Wielsbeke (lelijk!) gaat het verder naar Dentergem.

Camperplaats Meikensbos ligt langs een klein boerenbaantje. We worden er vriendelijk ontvangen door een dame die ons een efficiënte uitleg geeft. We lozen en gaan op het ons toegewezen plekje staan. En we vinden het zálig. We staan helemaal aan de buitenkant van de camperplaats, op ons eentje. Nét wat we nodig hadden.

Vlakbij is een aardbeien-automaat, mmmm. Op de camperplaats kan je vanalles bestellen: brood en ontbijt, en volledige maaltijden worden aan “huis” (camper dus) geleverd, naar keuze ‘s middags of ‘s avonds. Er is een soort tuinhuisje waar allerlei streekproducten staan die je kan kopen: bier, cava, ijs, tot droge worsten toe. Gewoon meenemen, noteren wat je meeneemt, en bij de eindafrekening alles betalen. Vertrouwen. Schoon toch.

Ik maak soep (ja, ik ben verslaafd aan soep), Meneertje Mertens brengt onze plek in orde, we eten soep met een boterham, en we zitten wat op het gemak in het zonnetje. We gaan een bakje aardbeien halen, en gaan eens naar het kapelletje vlakbij kijken. De koortskapel, mét WiFi. (ja, dat verschijnt in ons lijstje, bizar genoeg).

Aan de overkant de vervallen nieuwe Sint-Annakapel, die blijkbaar wel gerestaureerd gaat worden, en waarvoor men een herbestemming zoekt.

In de verte zien we een molen (ik moet nog eens opzoeken welke dat is).

’s Avonds maken we zelf ons eten (we hadden boodschappen gedaan, niewaar, dus niks niet aan huis bestellen) met de Party Grill. Het is hier zoals overal een beetje in België zonnig, maar met een ijzige wind. Beschut van de wind is het wel goed te doen, en onze camper staat op dat vlak zeer voordelig. Daarna is het tijd voor dit verslag en wat lezen en slapen. We gaan hier drie nachten blijven, en eindelijk gaan de fietsen eens deftig van stal gehaald worden.

Edit achteraf: ik lees over een roze maan, en ga eens kijken buiten of ik die al zie. Ik zie ze niet, maar zie wel deze mooie zonsondergang.

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

53 reacties

    1. Zeker weten 🙂 Misschien trekken we wel eens naar de streek, maar er zijn maar weinig kwalitatieve camperplaatsen daar.

            1. Doe ik zeker. Ik denk dat we na een week West-Vlaanderen eerst richting Wallonië gaan trekken, maar daarna is nog tijd 🙂

    1. Wij vinden het een zalige mix tussen avontuur en ook wel gewoon dagelijks leven (boodschappen, eten maken…)
      In Frankrijk zouden we aan reservatie doen, maar in deze covid-tijd dan weer niet, omdat alles zoveel onzekerder is.
      In België ligt het anders: goeie camperplekken zijn schaars, en er zijn er nog minder waar je kan reserveren. Dat maakt het bijwijlen behoorlijk spannend ja, en zorgt ervoor dat we zorgvuldig moeten uitkienen wat we gaan doen.

  1. Leuk zo te volgen en ook de achtergronden van jullie keuzes. Er komt nogal veel ‘huishoudelijk’ bij kijken zo’n camperreis. Ik zou zelf dat hellend vlak van Ronquires zo graag eens in actie zien.

    1. Ik vind het leuk dat je “de achtergrond” ook interessant vindt. Ja, bij camperleven hoort ook veel “huishouden” kijken. Ik schrijf dan nog weinig over al het werk dat Meneertje Mertens verzet: elektriciteit, water, lozen, zorgen dat alles in en rond de camper in orde is… als we op pad zijn met de camper, “heeft hij geen zittend gat”, zoals wij dat hier zeggen. Hij is altijd bezig, maar doet dat ook graag.
      Het hellend vlak van Ronquières moet je echt eens bezoeken als de gelegenheid er terug is. Echt schitterend, zeker voor iemand met jouw achtergrond. En ook de scheepsliften van Strépy zijn al evenzeer de moeite waard. Echt, als het weer kan: doen.

  2. Boeiend om te lezen. Mooie vergezichten!
    Het was me al opgevallen dat jullie veel soep eten. 😁 Is heel gezond natuurlijk.
    Je maakt me echt warm voor een reis met een camper. Ooit…

  3. Mooi beeldverslag weer, ik heb ervan genoten. Vooral van je foto’s van de prachtige landschappen heb ik genoten. En wat een leuke kapellen en kapelletjes heb je weer gespot onderweg.
    Je hebt ook de koers nog mooi meegenomen. 🙂

    1. We hebben genoten van de koers. Blij dat we er nog 2 konden meepikken.
      Fijn dat je genoten hebt, we rijden inderdaad door heel mooie streken. De kapelletjes waren een heel leuke extra 🙂

  4. Ooh in West-Vlaanderen! Leuk dat jullie ook in deze regio zijn. En Vleteren is helemaal niet ver van mijn hometown (mijn ouderlijk huis was bij de grens van het Vleterse dorp Woesten). Veel plezier!

        1. Oh, dat is inderdaad echt wel een prachtige zonsopgang! Toen ik er nog woonde, had ik als tiener natuurlijk niet echt oog voor zonsopgangen enzo. Ik kon wel vaak genieten van de sterrenpracht. Nu ik niet meer woon op de boerebuiten is het lang geleden dat ik nog een sterrenhemel heb gezien.
          En niet naar de abdij geweest? Zelfs al drink je geen bier, het is wel echt iets charmant! 🙂

          1. Je ziet de contouren van de abdij op de foto 🙂
            Neen, we zijn er toen niet geweest, we waren “op doorreis” en het was loeiheet die dag. Maar als we eens terug op die camperplaats geraken, gaan we de abdij wel bezoeken.
            (we zijn geen bierdrinkers idd)

    1. Dankjewel! Leuk dat je de regio daar kent! Uiteindelijk is Vleteren niet gelukt, de camperplaats was al volzet. We staan in een deelgemeente van Diksmuide. Jammer, maar Vleteren komt ooit nog wel eens 🙂

      1. Oh sorry, ik ga hier ook even tegendraads doen, maar ik HAAT Diksmuide hahaha! Vroeger werkte ik halftijds in Ieper en halftijds Diksmuide en wat een hekel had ik aan die baan die ik moest afleggen. Altijd tractors, en niet 1, maar zo vaak 3, dat onmogelijk is om in te halen. En Diksmuide is toch ook een beetje een speciaal volkje. Het is zo’n stad die eigenlijk gewoon een uit de hand gelopen boerendorp is, haha. :p

        1. Hahahaha maar zo ken ik er wel meer (Deinze, bijvoorbeeld)!
          Ik denk niet dat we echt veel in Diksmuide gaan zijn, we zijn zo geen stadsbezoekers. Fietsen in de omgeving vooral, en morgen is er een plan waar ik nog niks over kan vertellen.
          We hebben de afgelopen dagen al veel achter tractoren gezeten, haha! En met die camper is het al helemaal moeilijk om die in te halen 🙂
          We zitten nu op een boerderij in een deelgemeente (Keigem).

          1. Haha, maar eigenlijk kan Diksmuide best wel mooi zijn als je enkel oog hebt voor de omgeving. De wandeling naar de ijzertoren is ook wel fijn. Ik vind het echt leuk mee te lezen met je verhalen 😀 Benieuwd naar het plan!

            1. Het is daar inderdaad echt wel mooi. Ik vond Diksmuide ook een mooi stadje, we zijn er een paar keer doorgereden, met de mobilhome en met de gocart 😀

  5. “Het uitzicht is mooi”, zei ze droogweg over de vergezichten. Het uitzicht is verdorie formidastisch! Een dezer trek ik ook die regio in en ik zal voorzeker gewapend zijn met mijn camera.
    Knap verslag.

  6. De camper ziet er prachtig uit, lijkt me ook heerlijk ruim. Maar ik zou heel onrustig worden van deze manier van vakantie vieren. Heeft natuurlijk het voordeel dat je van mij onderweg nooit last zult hebben. ‘-)

    1. De camper is inderdaad schitterend en ruim. Dit is de manier van reizen die wij erg fijn vinden, maar gelukkig dat niet iedereen dit graag doet, want anders puilden die camperplaatsen nóg meer uit 😀

  7. Een mooi plekje om naar de koers te kijken en daar stonden jullie veilig, verkeer en corona denk ik.
    De kutskapel, jaja daar moesten we naar toe als iemand ziek was om te bidden, meerdere keren daar gestaan… waar is de tijd? En de molen dat was de weg van en naar school. Poelberg.

    1. Wij stonden daar inderdaad goed qua verkeer, en zeer coronaveilig. Zo hebben we het graag.
      Zeg jij me nu dat jij naar dat (toenmalig) schooltje geweest bent bovenop de Poelberg??

  8. Hoe geestig is dat. Een combo van reizen en toch ook een beetje het thuisgevoel. Ik hou ook van soep.
    Jullie gaan echt wel van de ene plek naar de andere zonder te verpinken. Al lig je soms wel te piekeren over het een en ander.
    Eigenlijk had je naam Pharahilde moeten zijn. Heel graag reizen maar ook de gezelligheid van het thuis zijn.

    Is Komoot ook interessant voor wandelingen?

    Ik vind dat jullie prachtige camperplaatsen opzoeken. Die in Meikenbos is wel heel mooi.
    Dan heb ik hier nog niet gesproken over de mooie foto’s. Ik vind ze prachtig.

    Ronse kennen jullie inderdaad wel 😉

    Ik vind het wel leuk om even achterstand te hebben bij het lezen.
    Ben benieuwd naar Vleteren en het Sixtusbos.

    Alweer enorm genoten!

    1. Zo is dat, reizen met thuisgevoel 🙂 Het gebeurt niet vaak dat ik wakker lig van onze plannen, alleen hier in het geval van de koers. Het klopte niet in mijn hoofd.

      Komoot is zeer zeker interessant voor wandelingen! Ik gebruik het om wandelingen in elkaar te knutselen (of over te nemen uit Routeyou of van Routen), en om de wandlingen te registreren.

      We hebben al behoorlijk wat geluk gehad met de camperplaatsen. We zitten wéér op zo’n mooie!

      Het Sixtusbos is niks geworden: volzet. Maar dat komt ooit nog wel eens.

  9. alle jong ge zat in “ons” streek te sukkelen. Hmm die skipiste, da’s niet die van Wannes eh. We hebben in 2010 naar de Tour de France passage aan skipiste ‘boven’ Stavelot gekeken aan de skipiste van Wannes. Bij die afdaling naar Stavelot zijn de favorieten toen zo lelijk te val gekomen.

    Er is in Malmédy een camperparking. en aan Baugnez nog dichter bij ons aan een restaurant Faitafondue.

    Moh zo effe van de Duitse grens naar West-Vlaanderen. Jullie doen vreemde toeren.

    1. Ja, wij zaten keihard te sukkelen in jullie streek 🙂 Skipiste is niet die van Wannes, lijkt me te ver. Moet iets in Spa zijn, maar ’t is me niet helemaal duidelijk. Wandelingetje staat niet op Strava, ik ga het straks nog uploaden.

      Ik bekijk de camperplaatsen eens. We zouden graag nog eens terugkomen voor de Baraque Fraiture. We zien wel of het lukt.

      Ja, we doen vreemde toeren, daar zijn we goed in 🙂 Het is allemaal een beetje “op den bots” en zoals het ons uitkomt.

Laat een reactie achter bij djaktiefReactie annuleren