Woensdag 17 mei

Tijdens een slapeloos moment ‘s nachts lees ik over de overstromingen in het noorden van Italië. Meer bepaald in Cesena en Cesenatico, waar we 2 dagen geleden nog waren. Ook andere namen klinken bekend in onze oren. Wat een rotnieuws.

We staan rond 5u30 op, maken ons klaar, ontbijten, wensen Herman een gelukkige verjaardag, en vertrekken om 7u richting eerste berg van de Giro-rit van vandaag. Het is hier veel warmer, we hebben goed geslapen, de camperplaats is ‘s nachts heel rustig (overdag veel sirenes voor het nabije ziekenhuis, en soms een helikopter). We rijden rond Camaiaro, de startplaats die op een kilometer van onze camperplaats is. Wat verder rijden we richting kust, en volgen we het parcours.

Dat gaat een stuk langs de kust, maar de zee zien we weinig. Verscholen achter privé-domeinen, of bomen. We rijden de provincie Massa-Carrara in, en dan realiseer ik me dat we inderdaad in de marmer-regio zitten (iets wat ik eerder al overwogen had). Voorbij La Spezia rijden we het binnenland in, nog een hele tijd over vrij vlakke wegen, waarna we stilaan bergop beginnen te rijden.

We rijden de Passo del Bracco op, en niet al te steile berg (niets vergeleken met die van de afgelopen dagen), en we kijken uit naar een plaatsje, liefst redelijk hoog al.

En dat lukt: we zien een grote plek aan de andere kant van de weg, waar een Italiaan staat met de wagen. We placeren ons erbij, en we staan goed. Achter ons komt een Kevertje aan, gevuld met 4 robuuste mannen.

Bij de Italiaan steeds meer lawaai, blijkt dat het een familie-uitje is. Met de gebruikelijke zatte, roepende nonkel, de hevige tante, de grootmoeder, een hond, geen kleine kleinkinderen. Ze amuseren zich blijkbaar te pletter. (en ik vraag me af: bestaat dat eigenlijk, een introverte Italiaan?)

We gaan eens tot de fontanella Fausto Coppi in de bocht.

We keren een bocht terug om het landschap te fotograferen.

In de publiciteitskaravaan ziet Meneertje Mertens een camionette van GLS, daar wordt hij altijd blij van.

Ik maak ons een toast met kaas…

… en na de afwas (ik moet niet afdrogen) is het tijd om buiten te gaan zitten. Het is al de hele dag overtrokken met af en toe wat gedruppel, maar kijk eens aan, de zon komt erdoor!

Zowat alle passerende agenten op de motor (en dat zijn er veel) zwaaien naar de Italiaanse familie. We krijgen bier/wijn aangeboden, maar we drinken geen alcohol. Waarna iemand afkomt met twee focaccia’s en een flesje water. Toch gastvrije mensen, die Italianen!

De kopgroep passeert, en 3 minuten later het peloton, nog in één grote groep. We ruimen op, en vertrekken, we keren terug naar de camperplaats waar we de afgelopen nacht doorbrachten. De terugkeer doen we via de autosnelweg, we willen eens wat vroeger ter plekke zijn, en het scheelt een uur. Dat gaat heel vlot, we hebben nog een bizar slechte weg richting autostrade, maar dat is maar 4 kilometer dus dat valt best mee.

Daarna rijden we van tunnel naar tunnel, en zo terug naar de kust.

Over de avond valt er weinig noemenswaardigs te vertellen. Same old same old: beetje rusten, verslag en foto’s, avondeten, niet te laat in bed want morgen willen we er vroeg op uit (niet voor de Giro, we slaan 2 ritten over). 

Donderdag 18 mei

Om 5u20 is Meneertje Mertens op, we willen rond 6u vertrekken naar Viareggio. Dat gaat goed, na een kop koffie kunnen we vertrekken. We rijden vlot naar Viareggio, ver is het niet. We vinden zelfs gemakkelijk een parkeerplaats. We willen naar een pier van Viareggio, waar een beeld van Bruno Catalano zou moeten staan. En dan is het afgelopen met “goed” en “vlot”. Eerste obstakel: de voetgangersbrug staat open. Geen idee hoe lang de open gaat blijven.

OK dan, terug naar de camper (want de volgende brug is ons te ver), en we rijden naar de andere kant van het water. Daar vinden we makkelijk plaats om te staan, en vertrekken we voor een wandelingetje naar de pier. Waar het Monumento della Madonnina staat, maar geen beeld van de Reiziger van Bruno Catalano. Niks te bekennen. Allez zeg, die zouden hier tot na de zomer van 2023 hier staan. Niet dus. Wij dan maar weer weg hè. Maar pas na het maken van wat foto’s.

Volgende stop: Tellaro. We rijden het ons bekende traject via de autosnelweg, dat gaat wat sneller. We rijden in Sarzana de autosnelweg af, en rijden naar Tellaro.

Dat is een zeer pittoresk dorp aan de kust, heel kleurrijk en tegen de berg “geplakt”. Voor wie Cinque Terre kent: Tellaro is een gelijkaardig dorp, maar wat minder bekend en wat minder druk. Voorlopig toch nog, en in het laagseizoen. Blijkbaar kan je er in de zomer ook al over de koppen lopen. Ik heb wat rondgekeken op het internet, en gemerkt dat er weinig plaatsen zijn waar we kunnen parkeren. Dus rijden we maar “op den bots” richting Tellaro. Om ons daar dan compleet vast te rijden, haha, het duurt even voor we gekeerd en terug weg geraken. Een mooie overzichtsfoto van het dorp hebben we dus niet, maar wel wat foto’s hier en daar genomen. Eerst op een parking waar we uiteindelijk toch konden staan.

We kijken er ook eens rond op het kerkhof.

Wat verder langs de kant van de weg.

Waarna we verder rijden richting onze eindbestemming, Lago Maggiore. Dat zijn nog flink wat kilometers, en we rijden er eerst “onze berg van gisteren” over, de Passo del Bracco. We stoppen nog eens, want het is er echt wel mooi. Daar in de verte, dat is de zee. De Ligurische Zee.

Piep!

Daarna volgen we mijn “fancy route”. We hebben een lange boterham te rijden naar Lago Maggiore, maar we hebben daar twee dagen voor. In het begin rijden we een stuk langs de kust. Het is er prachtig, niet te doen.

Sommige stukken zijn zoals aan de Adriatische kust, met een spoorlijn vlak naast de zee.

Maar ook vreselijk lastig en stresserend rijden. Druk, constant bergop en bergaf en draaien en keren.

Na werken in Sestri Levante hebben we het ermee gehad, en rijden we de autosnelweg op. Wat is het daar heerlijk ontspannen rijden. Het is zo’n beetje van viaduct naar tunnel naar viaduct naar tunnel rijden. De viaducten zijn soms echt gi-gan-tisch. Meneertje Mertens zegt ergens bij Genua: dat ziet er hier nieuw uit. Waarna er komt: is dat niet de vervanger van die ingestorte brug? Euh, ja. Inderdaad, dat was hier. Het is iets wat al de hele reis door ons hoofd speelt, als we over bouwvallige viaducten en door afbrokkelende tunnels rijden. Brrrrr.

We willen stoppen, het duurt een eind voor we een parking vinden, we zien er eentje… op een viaduct, en we passen. We rijden nog wel effe door. We vinden een parking, kunnen lozen, en beslissen wat we verder gaan doen. We rijden de autosnelweg af, naar een camperplaats in Tagliolo. Die valt erg tegen, een modderig plein waar geen kat staat. We rijden verder naar Ovada, waar de camperplaats er een beetje beter uitziet, en we ook niet alleen staan. Goed, dat wordt het. Staan we goed? We staan goed.

Morgenochtend voor ons vertrek kunnen we hier nog wat boodschappen doen in een Coop. We kijken naar de koers…

… maken ons avondeten klaar, eten dat op met zicht op de kerktoren…

… Meneertje Mertens doet de afwas (neen, ik moet niet afdrogen) en ik selecteer foto’s, typ ons verslag en maak een blogbericht. We zijn te tam om nog wat te gaan wandelen. Ik vergeet altijd hoe intensief en vermoeiend het volgen van een grote ronde is.

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

15 reacties

  1. Wat in het Noorden van Italië gebeurt is afschuwelijk en doet denken aan wat in de Ardennen twee zomers geleden ook gebeurde. Als ik de beelden op tv zie, krijg ik rillingen.
    Dat jij je reis zo mooi en secuur bijhoudt in een dagblog vraagt de nodige tijd, maar fijn voor ons en voor jou een super herinnering later.

    1. Ja, daar lijkt het wel op hè. Net toen alles ongeveer opnieuw opgebouwd was na die vreselijke aardbeving… ze kunnen opnieuw beginnen. Ellendig.
      We onthouden zo veel meer van onze reizen. En dat vind ik zelf leuk. Dus mijn dagboek is zeker ook voor onszelf, maar ik ben blij dat je er ook plezier in vindt 🙂

  2. Dit wordt bekend terrein. Mooi zijn ze, de dorpjes die tegen de bergflank liggen zoals in de Cinque Terre (prachtig gebied) en dan langs de kust naar Genua. Zalig! Ook Genua zelf is een mooie stad (geworden). Lago Maggiore zijn we een paar jaar geleden nog geweest, mooi maar druk.
    Geniet nog van de reis.

    1. Ze zijn prachtig, die dorpjes, ook door alle kleuren. De huizen, dat blauw van de zee…
      We zijn uiteindelijk weggevlucht. Lago Maggiore… er is niet veel aan als het een hele dag onophoudelijk giet, bij 14 graden. We zoeken de zon op nu.

  3. Mooie foto’s en top hoe je het reisdagboek bij houdt. Zo weet je nog waar je was. Een hele inspanning om die wegen te zoeken en de plaatsen om de koers te bekijken. Serieus uitgestippeld hoor, mijn hoed gaat af.

    1. 🙂 Dankjewel 🙂 Er kruipt inderdaad heel wat tijd in die planning, maar ik doe het graag. Anticipation is half of the fun, niewaar 🙂 Het reisdagboek zorgt ervoor dat we veel meer onthouden. We vergeten zo snel.

  4. Je moet er niet aan dénken dat jullie er die paar dagen later aangekomen waren, dan had je midden in die trieste misère gezeten. Maar het is erg genoeg voor al die mensen die het treft.

  5. Ben zo blij dat jullie niet in dat gebied zaten ten tijde van die wolkbreuken en dat je niet hoeft af te drogen. Italië is mooi op veel plekken maar ook moeilijk. Ik las ooit het boek ‘Italië op maandag’ en dat gaf me veel inzicht. Maar ik kom er nog steeds graag.

    1. Hihi (voor het afdrogen). Ik denk dat we er nét op tijd weg waren, en dat is toch wel een vreemd gevoel. Want we stonden in Cesenatico. De boekentip moet ik onthouden. We zijn hier nu ook weer graag, nu het weer beter is. Italië in de gietende regen, het is toch niet alles.

    1. De Giro is bij momenten zwaarder dan de Tour, de bergen zijn er extremer. Verder scheelt het niet zoveel, denk ik. Buiten dat het twee verschillende organisatoren zijn en hun invalshoeken wel verschillend zijn ook.

Laat een reactie achter bij mijnnikonenikReactie annuleren