Zondag 17 juli

We hadden een warme, maar vrij goede nachtrust. We maken ons klaar, en vertrekken om tien over zes. We rijden naar Villefranche-d’Albigeois, en draaien daar het parcours op. Het is nog heel rustig, een hele tijd geen campers, heel af en toe eens eentje of een troepje op het parcours. We rijden eens verkeerd, een heel smal weggetje op, en komen daar mama kip en haar kleintjes tegen. Rechtsonder, de hele familie liep over de weg, tegen dat ik klaar was voor en foto, holde er nog een achterblijvertje over.

Rond 7u10 zien we een plek waar we wel zouden kunnen staan, maar we rijden er voorbij. We beslissen terug te keren, maar het duurt wel even voor Meneertje Mertens ons zeilschip kan keren.

We rijden naar het geziene plekje, en dat is nog vrij.

Meneertje Mertens haalt de blokken uit, en krijgt grumpy blikken van de Fransen achter ons. Die hadden wellicht gedacht dat er niemand voor hen zou kunnen staan. Jammer, maar helaas. Hadden wij er ons niet gezet, het hadden wellicht anderen geweest. Maar dit jaar voelen we toch duidelijk meer vijandigheid van Fransen tegenover Belgen, het valt echt wel op. Het is ook gewoon gemeen volk, dat er de hele dag met luide stemmen op los tettert, zeer veel belang hecht aan de publiciteitskaravaan, en uiteindelijk concluderen we dat wij eigenlijk meer last hebben van hen dan zij van ons. Ze komen van het departement 93, en het is misschien niet politiek correct, maar ik trek daar toch ook mijn conclusies uit.

We staan aan een zonnebloemveld, maar de kopjes van de bloemen staan in de verkeerde richting, en ik ga echt niet door de boer zijn veld lopen. Ik beslis daar en dan dat we bij de eerste de beste mogelijkheid om zonnebloemen te fotograferen, gaan stoppen.

We installeren ons, en wachten op de hitte en de koers. Beiden stellen niet teleur. Zin in eten hebben we niet. Ons ontbijt, af en toe eens een tussendoortje en dat volstaat. Fruit, veel fruit. Schaduw van een boom schuift langzaam onze richting uit, en na een tijdje kunnen we buiten zitten. We laten de publiciteitskaravaan aan ons passeren, het laatste deel rijdt weer snel omdat ze vertraging hebben en de rest moeten “remonteren”.

We blijven gewoon buiten zitten, en kijken naar alles wat passeert. Rond 15u30 passeren de twee koplopers, wat later het peloton, en een hoop renners tussen de auto’s ook. Ze rijden allemaal vrij traag. Het is een beetje bergop, maar het is ook warm. Correctie: heet. Loeiheet. We hadden gehoord dat Morkov geslagen was door de hitte, en een heel eind alleen achterop rijdt. We wachten op hem, en moedigen hem aan. Vinden ze tof in de volgwagen (helemaal alleen is hij dus niet), en we krijgen een drinkbus.

Daarna maken we ons aan gezapig tempo klaar (alles is gezapig aan 37 graden), en vertrekken richting Villasavary. We zitten nog op het parcours, en moeten af en toe stoppen. In Lautrec is het aanschuiven, Lautrec ziet er me een echt mooi en gezellig dorp uit trouwens.

We krijgen wat smalle wegen voorgeschoteld, maar het is hier echt wel mooi. De graanvelden, de zonnebloemen, het vele groen.

Cipressen. We zijn duidelijk in het zuiden.

Prachtige dorpjes komen we tegen.

Kort voor Revel staat de boel stil, maar daar moet iets gebeurd zijn, er passeert een ambulance.

Een tijdje later kunnen we verder, maar we beslissen linksaf te slaan in plaats van rechtdoor te rijden. De GPS volgen zou willen zeggen nog steeds parcours en richting Carcassonne, waar wij niet heen rijden. Wij rijden naar Villasavary. We passeren echt ontelbare zonnebloemvelden, wat zijn er hier veel. Villasavary is een mooi dorp op een berg.

De weg naar de camperplaats. Ik zal niet ver hoeven te lopen om zonnebloemen te fotograferen.

De camperplaats is een veredelde parking, maar ik had gezien dat er wel schaduw zou zijn. Dat is tot onze opluchting ook zo. We kunnen een plekje zoeken in de schaduw, na lozen en de watertank legen en spoelen en opnieuw vullen, het water dat erin zat, rook niet fris.

We gaan vrij snel op ons bed liggen om wat te rusten, maar vallen alle twee in slaap. Tussendoor worden we af en toe nog eens wakker, om nog een boterham te eten, pillen te nemen, lenzen uit te doen, tanden te poetsen, nog eens buiten te zitten (Meneertje Mertens). Eigenlijk kan je stellen dat we compleet gesneuveld zijn. 

Maandag 18 juli

Rond 7u30 staan we op, we hebben alletwee geslapen als roosjes. Het wordt snel warm, maar een waait een harde wind, en dat is onze redding, zo blijft het doenbaar. Om 7u30 is het 21 graden, om 10u al 27 graden. We doen het rustig aan. Ik ga foto’s maken van zonnebloemen, de zon staat jammer genoeg verkeerd om foto’s te maken van het dorp op de berg.

Je kan wel stellen dat ik me een beetje uitgeleefd heb. (meer foto’s volgen later, wat had je gedacht).

We douchen allebei heel op het gemak, straks kunnen we het water toch nog aanvullen. Ontbijt, verslag schrijven, plannen aanpassen (we blijven hier niet tot morgenochtend maar rijden tot het parcours van morgen), afwassen, opruimen, voorraden aanvullen… all that sort of stuff. Tussen 11 en 12 vertrekken we van de camperplaats. We pikken in Saint-Hilaire in op het parcours (Hilaire zwaait trouwens altijd naar ons), en willen zo naar Massat rijden. Een beetje een omweg, maar dat is de bedoeling, de temperatuur (op dat moment zitten we al aan 33 graden) is het makkelijkst te dragen als we rijden, want dan hebben we airco. We rijden door de allermooiste dorpen, hier wil ik echt wel eens terugkomen.

De dorpen zelf zijn mooi, het is er gezellig, de natuur is mooi. Ik heb een aantal tussenpunten in de route gezet, zodat we het parcours niet enkel op de pijlen van de Tour moeten rijden, dat is toch net iets gemakkelijker. We stoppen bij een Super U voor nog wat boodschappen (veel hadden we eigenlijk niet nodig, maar wat extra fruit is altijd welkom), en wat later stoppen we nog bij een apotheek voor iets tegen de muggen en Exedryne. Wat ze daar niet kennen. Uiteindelijk krijg ik iets anders mee, maar cva. We rijden rustig door op het parcours. In het begin hadden we een colletje van 4e categorie, de col van Hilaire. Nog een colletje, daarna een colletje dat niet as such bekeken wordt door ASO, de tussensprint (nog niet opgebouwd maar wel al gemarkeerd). We passeren heel veel mooie plekjes om te staan, maar willen nog niet stoppen. Anders wordt de verplaatsing morgenavond veel te lang. Daarbij, veel plekjes zijn aan vlakke stukken of zelfs bergaf, en “ils vont rouler vite ici hein”, wat ondertussen een standaard grapje geworden is tussen ons twee.

Tarascon-sur-Arriège.

We passeren ook nog Val-de-Sos, waar mijns inziens toch een Boulevard Jean Jaurès moet zijn (steek uw hand op als ge het grapje snapt).

We naderen de col van eerste categorie Port de Lers, en beslissen dat we op die berg plaats kan zoeken. Massat ligt achter de berg, in het dal. Ik had er wel graag gestaan (we stonden daar al eens), maar we weten van de vorige keer dat we daar zowat constant in de volle zon gaan staan, en dat vinden we niet echt een aantrekkelijk idee. Een eerste plekje passeren we nog zonder te reageren (Meneertje Mertens had onze afspraak niet echt goed begrepen), een tweede plekje rijden we op maar we rijden weer door wegens te smal, een derde plek ziet er goed uit en dus posteren we ons daar.

Een behulpzame Fransman helpt manoeuvreren (helemaal anders dus dan de vorige dag), en helpt daarna ook met een plekje vinden voor de satelliet. Bezigheid voor de rest van de dag:

Ik vind dat ik stilaan kan concurreren met Meneertje wat betreft bruine benen.

In het begin heb ik hier 0 internet (noch mobiele data noch WiFi), na een tijdje komt het er af en toe wel eens door. Ondanks bergen en bomen hebben we wel satelliet. Dus we gaan wel TV kunnen kijken morgen. Meneertje Mertens brengt nog wat dingen in orde, en daarna gaan we buiten aan de neus van de camper zitten. En daar blijven we lang zitten, want het is heet en in de camper is het bloedheet. We doen nog een kort toertje naar het riviertje achter ons. Zoek Meneertje Mertens die met sandalen en al in het water gaat staan. Ik durf niet naar beneden.

Veel eten doen we niet meer, het is te warm. Als het wat begint af te koelen en de camper ook afkoelt, gaan we slapen. Het verkeer is ondertussen helemaal stilgevallen, het is hier dus een echt rustige én donkere nacht. 

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

7 reacties

  1. Paar jaar geleden het woord ‘canicule’ ook leren kennen op vakantie in Zuid-Frankrijk, ben het niet meer vergeten sindsdien 😉

Laat een reactie achter bij ElsSReactie annuleren