dinsdag 5 juli

Ik ben net voor de wekker wakker, die afloopt om 4u30. Nog een kwartiertje wakker worden, dan maakt Meneertje Mertens koffie, en krijg ik mijn kopje koffie op bed. We maken ons klaar, ik eet nog een boterham en neem een pijnstiller in. De nacht was hoofdpijn- en droomrijk, als ik op ben deemstert de hoofdpijn weg, maar als ik hoest, bonkt mijn hoofd, dus voor de zekerheid neem ik nog maar iets in. De traditionele “begin van de vakantie migraineaanval” ebt heel langzaam weg (ik heb mijn migraineaanvallen goed onder controle en kan functioneren, maar ik had toch gehoopt op mijn leeftijd verlost te zijn van die migraine).

Om 5u45 rijden we de camperplaats af. We rijden via Lichtervelde, Kortemark en Diksmuide richting Franse grens. In Diksmuide zien we de IJzertoren en de scheepswerf. Na Diksmuide wordt het erg rustig en ook mooi. We zien erg mooie dorpen, Lo-Reninge en consoorten bevallen ons wel. Hier willen we wel eens komen fietsen.

We worden al een beetje voorbereid op de tractoren waar we in Frankrijk dikwijls achter verzeild geraken.

Ja, ook hier rijden we vrolijk (edoch een beetje voorzichtig) door.

We rijden via de Grensstraat en stuk pal op de grens, en rijden dan Frankrijk binnen. De weg was zo smal, dat ik dacht geen bordje Frankrijk tegen te komen, maar tot mijn plezier had ik dat mis op.

Ons doel is Wormhout, om daar het parcours van de Tour de France op te rijden. We waren al een uur vroeger vertrokken dan gepland, maar de plekken om te staan vallen ons vies tegen. Net voor Mont Cappel zien we een plek waar al wat campers staan, we twijfelen of we er willen gaan staan, rijden dan toch door. We slaan rechtsaf de berg op, kasseien begot. Een paar honderd meter verder zie ik dat er ergens een brug is van 2m70, daar kunnen we niet onder. We keren terug naar de plaats waar we eerder twijfelen, en posteren ons daar achter een Franse Chausson. Meneertje Mertens haalt de satelliet uit, bevestigt wat vlaggen… en dan doet er een gendarme zijn ronde: we mogen hier niet staan. Iedereen alles weer opruimen dus, en vertrekken.

We nemen de afleidingsroute voor de publiciteitskaravaan, die ook niet onder de brug (of wat het ook mag wezen) kan, en komen na de top van de Mont Cappel in het dorp Cappel. Ook dat is heel mooi, hier willen we ooit wel eens komen wandelen. Fietsen lijkt niet echt ons ding hier, haha. En dan begint onze zoektocht naar een plekje opnieuw. We rijden een heel eind het parcours af, zien plekken waar we vermoeden weer weggejaagd te zullen worden, allerlei leuke plekjes waar al campers/auto’s staan… vlot gaat het absoluut niet. In Saint-Omer raken we van het parcours, en is het even zoeken hoe we dat terug kunnen vinden. Het is pas onze eerste dag, we moeten nog wat roderen.

Uiteindelijk komen we in Wisques (“ge moogt hier niet stáán”) (sorry, inside joke) terug dat parcours tegen. Oef. Ergens na Wisques stuiten we op een onwaarschijnlijk lange colonne gendarmes, en vanaf dan kruipen we verder.

In Wavrans-sur-l’Aa (het mag dan wel Frans Vlaanderen zijn, over sommige namen breek je je tong) stoppen we vlakbij het kerkje, manoeuvreren ons in een plekje, maar de eigenaar lijkt daar niet écht opgezet mee, dus rijden we maar weer verder. Tot we net voor Bellinghem, het dorp waar het wat mij betrof eindigde, omdat we anders ‘s avonds te lang zouden moeten rijden, een plekje vinden op een parking voor een voetbalterreintje. Hoezee! Hoera! Het is toch gelukt.

De satelliet wordt uitgehaald, maar voor de rest houden we het simpel. We eten boterhammen met spek met eitjes en een eenvoudig slaatje, en pendelen tussen onze stoeltjes aan de weg en de TV.

Ik maak nog een wandelingetje naar de andere kant, en vind het landschap fantastisch.

De rit is niet veel soeps, maar op het deel waar we al gereden hadden, was wel leuk om bekende plekken te spotten. We kijken toe de renners passeren, Meneertje Mertens is content met een slomo-filmpje dat hij maakte van Magnus Cort. (dat in de verzameling “thuis te bekijken” valt, we moeten ook niet teveel morsen met onze WiFi).

En natuurlijk, bij het opdraaien van de D940 aan de Opaalkust wordt het helemaal mooi. Wat een prachtige landschappen. En wat een schitterende zege van Wout Van Aert. Na de aankomst ruimden we snel op, en vertrokken naar de camperplaats Le vert marais in Orcq (bij Doornik), waar we een plekje reserveerden. Bij wijze van uitzondering rijden we eens via de autosnelweg, omdat we daar toch niet al te laat willen aankomen. Lozen, water bijtanken, een plaatsje zoeken, eten, verslag schrijven, de planning voor morgen eens grondig bekijken, en dan hop ons bedje in. Meneertje Mertens is trouwens supercontent met de camper, die erg aangenaam en goed rijdt. 

woensdag 6 juli

We willen ons niet laten vangen zoals gisteren, en vertrekken een uur vroeger, ook al zitten we op 15 kilometer van het parcours. De wekker staat om 4u. Gisteren hebben we niemand meer gezien, dus stopt Meneertje Mertens onze 13 euro in een enveloppe en dropt die in de brievenbus in het kotje waar je ook eitjes en zo kan kopen. Hij mailt hen later op de dag nog, en krijgt een antwoord terug dat ze onze eerlijkheid ten zeerste op prijs stellen. We vertrekken bij het ochtendgloren.

En krijgen een mooie zonsopgang cadeau. Wat beeldjes vanuit de rijdende camper.

Zo ga je er hier vaak krijgen, foto’s vanuit de rijdende camper.

De 15 kilometer naar Cysoing zijn snel gereden, we vinden het parcours vlot en rijden een heel stuk verder. We passeren veel plaatsen die we kennen van naam, zoals Templeuve en Pévèle met de molen. Kasseistroken zijn hier nog niet, over de gekende kasseistroken van Paris-Roubaix rijden we hier nog niet. En zo ver gaan we wellicht ook niet rijden. We zijn hier en daar wel wat plekjes, maar eigenlijk niet veel campers, en we willen nog wat verder rijden, dan moeten we vanavond minder ver. We stoppen rond 6u30 in Montigny-en-Ostrevent, waar al enkele andere campers staan, waaronder behoorlijk wat Belgen (niet dat dat een selectiecriterium is voor onze plekjes).

Iedereen slaapt nog. We drinken nog een kopje koffie, en installeren ons. Rond 9u ga ik een kort eindje fietsen. Ik had een route gemaakt die grotendeels over onverharde wegen zou gaan. Blijkt een voor mij nogal uitdagend smal pad te zijn, met begroeiing langs de zijkanten, veel stenen, wortels van bomen, enzovoort. Maar goed. Het lukt. (op de foto is er nog veel pad, het wordt veel smaller dan dit, zie omslagfoto)

Ik stop onderweg een paar maal om foto’s te maken van bloemen. Op het verste punt van mijn route moet ik via een ander pad terugkeren, maar dat is onbestaande. Leuk. Mijn Wahoo dist geen alternatieve route op (wellicht omdat de kaart van de regio er niet op staat), maar ik kan me wel oriënteren, en rijd via Lewarde terug. Na een tijdje zie ik mijn originele route, wel het pad dat ik in het doorrijden ook nam. Moet ik dus nog eens over. Maar oefening baart kunst, en het gaat best wel lekker. Maar het is voor mij toch wel een uitdaging. Ik fiets een goeie 8 kilometer.

Daarna maken we er een luie dag van. In ons zeteltje zitten en kijken wat er op de weg allemaal gebeurt en voorbijrijdt. Meneertje Mertens doet een klapke met de buren, fijne mensen uit Gavere, die twee kleindochters mee hebben. Ik ben nog associaler dan vorige jaren en doe helemaal geen klapkes.

Er is een redelijk frisse wind, maar de zon schijnt toch regelmatig. We eten een boterhammetje en wachten op de koers. Er wordt snel gereden, de publiciteitskaravaan raast voorbij, de meute auto’s raast bij momenten ook heel hard voorbij. Er wordt enorm op veiligheid gelet: iedereen moet achter de witte lijn blijven, en de geparkeerde voertuigen moeten ver genoeg van de weg staan. Regelmatig stoppen er zwanen om instructies te geven, er passeert zelfs een agent te voet om mensen erop te wijzen dat ze niet te dicht mogen staan. Wij staan goed, braaf als we zijn.

Opnieuw rijdt Magnus Cort mee vooraan, het peloton raast een paar minuten later voorbij, en ze komen écht wel dicht. Daarna kijken we de rest van de rit op televisie in de camper. Ik brei naarstig aan een dekentje.

Na de koers ruimen we op, en vertrekken we voor 160 kilometer, naar een camperplaats in Sedan. We zoeken naar diesel die niet te zot duur is, voorlopig lukt dat niet, maar we komen nog een eindje toe. Ik schrijf dit verslag pas een dag later, en herinner me alweer weinig van de rit. We rijden van het Noorden van Frankrijk naar de Franse Ardennen. Het landschap wordt steeds mooier, maar de dorpen blijven vaak even onderkomen en armoedig. Soms eens een dorp dat er gezellig uitziet, vaak een brede weg met grauwe huizen en weinig bloemen in de tuinen.

Rond 20u45 komen we aan op de camperplaats in Sedan. Ik heb meteen mijn twijfels over onze plannen voor morgen, maar we lozen en tanken water, en zoeken het laatste vrije plekje op. We eten onze boterhammetjes, en kijken nog kort eens rond.

De camperplaats ligt aan de jachthaven van Sedan, die ook uitgebaat wordt door Camping Car Park.

Een groot park in de stad, waar vroeger een stadscamping was. We vinden het claustrofobisch en plakkerig, en gooien onze planning voor morgen om. Maar eerst slapen, het is al laat. 

*****

Voor de dahlialiefhebbers: de vooruitgang in deze twee dagen. Foto’s door Sara.

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

7 reacties

  1. Bedankt voor dit uitgebreid verslag. Het moet wel een aparte ervaring zijn om de Tour van zo kortbij te volgen maar eerlijk gezegd volg ik dit sportgebeuren niet echt – sorry.

  2. Jullie zijn echt wel die-hards hé. Ik zou er na één dag al genoeg van hebben. Na een uur eigenlijk al. En gelukkig ziet mijn wederhelft de koers ook liever op TV.

  3. Leuk om je verslag te lezen, ook al heb ik persoonlijk niets met wielrennen. Blijf maar goed braaf, ik herinner me nog de val van vorig jaar (dacht ik) van die mevrouw die op de weg ging staan. Ach ja, ze was wat te enthousiast.

  4. Hopelijk gaat het ondertussen beter met de migraine. Heel vervelend. Wat een plaatjes van het landschap én de zonsopgangen.
    Daar aan die kade in Sedan hebben wij nog met ons gehuurde bootje gelegen!
    O wat leuk om weer mee te reizen!

  5. Je moet wel een échte liefhebber zijn om er zoveel voor over te hebben. Maar als jullie het leuk vinden is het prima. Ik volg de tour zelfs niet op TV, totaal geen interesse. De Dahlia is prachtig, gelukkig hoef je niet te missen hoe mooi hij er ondertussen bij staat.
    En nu maar hopen dat je hoofdpijn het eindelijk opgeeft;

  6. Aan de derde foto ben ik nog niet zo lang geleden voorbij gefietst. Daar vlakbij is het bezoekerscentrum van de koekjesfabriek van Jules Destrooper. Het is daar in de polders inderdaad prachtig om te fietsen.
    Ik volg hier niet mee voor de Tour, maar alles daarnaast mag er helemaal zijn. Behalve de migraine dan.

Laat een reactie achter bij picpholioReactie annuleren