Woensdag 13 juli

Plan was om rond 5u op te staan en een wandeling te maken, maar we raakten niet uit ons bed, het werd een uurtje later. De zonsopgang is net als gisteren toch niet echt mooi om fotograferen. Ik had een wandeling gepland naar een uitzichtpunt op de Lacets de Montvernier, maar zien we dat zitten? Pffff. Kom, eerst naar het dorp om een bakker te zoeken. De naam van het dorp – Pontamafrey-Montpascal – suggereert grootsheid, het is evenwel maar een onooglijk gehucht.

De mannen van de gemeente zijn de planten aan het verzorgen, aan één van hen vragen we of er een bakker is. Nope, een dorp zonder bakker.

We beslissen om toch maar de wandeling naar het uitzichtpunt te maken. Die is al snel behoorlijk uitdagend, en met mijn hoogtevrees en angst om te vallen, houden we het al snel voor bekeken. (wandelschoenen met een degelijk profiel én een wandelstok staan op mijn verlanglijstje). We zijn wel een klein eindje de berg op geweest, en zien onderweg een mooie waterval.

We keren terug, en zijn rond 8u terug bij de camper. Waar ik verslag en blogbericht maak, Meneertje Mertens buiten de vlaggen ophangt, en we veel op ons gemak zitten want warm.

We zitten buiten, kruipen weer binnen, kijken naar de voorbijrijdende auto’s. We gaan frietjes en een worst/hamburger halen bij de foodtruck die vlakbij staat. Best wel lekker, maar duur. Ach ja. De publiciteitskaravaan rijdt rechtdoor waar wij rechts staan richting Lacets, die rijdt langs deze weg de berg niet op. Ze kunnen sowieso al niet onder het brugje vlakbij, denken we.

We zien de koers vlak voor onze neus passeren, en we zien hen dus nog het hele eind de berg oprijden. Wel blij dat ik een verrekijkertje mee heb. Na de passage dachten we eerst de koers nog uit te kijken, maar uiteindelijk doen we dat niet. Zo wel een zeer spectaculaire koers gemist. Ach ja, maakt niet uit.

We rijden naar Aix-les-Bains. Ik check eens op de app hoeveel volk er op de camperplaats staat, blijkt dat er maar 5 plaatsen meer vrij zijn. En we hebben nog anderhalf uur te rijden. We hadden niet gereserveerd, en Meneertje Mertens zegt: waarom rijden we niet naar de camperplaats van morgen? We gaan toch niet naar het parcours morgen. Goed idee. Ik verander de route (die blijkt de eerste 30 kilometer gewoon dezelfde te zijn dus dat maakt ook al niet uit), en we rijden naar de camperplaats in Saint-Pierre-de-Chartreuse. Het begint met de makkelijke maar saaie weg richting Albertville, maar aan de verhouding kilometers/tijd op de GPS merk ik dat er ons nog een berg te wachten staat. En zo is dat. We rijden de Col du Granier (niet Granon, nee) op, en da’s een flinke boterham met een hele klets bochten en haarspeldbochten en een serieus stijgingspercentage.

Nog wat uitzichten vanuit de camper onderweg, hier en daar (hierboven ook wel) zie je de typische lappendekens van de Franse departementale wegen.

Het blijft heel bergachtig, bij het riviertje Le Couzon rijden we zelfs kort door wat op gorges lijkt. We krijgen nog een col voorgeschoteld, de Col du Cucheron. Ondertussen heeft de telefoon met GPS het heel lastig wegens de warmte, dus zetten we die uit, gaan efkes de verkeerde richting uit, kunnen gelukkig draaien, en rijden dan op de GPS van de camper naar Saint-Pierre-de-Chartreuse.

De camperplaats ligt in het centrum van het (kleine) dorp, is een veredelde parking maar er is schaduw dus we don’t care. We zijn allebei compleet op van vermoeidheid, eten nog iets en gaan wat “rusten”, waarbij we alle twee een flinke dut doen. Nog een boterhammetje (voor mij, Meneertje Mertens had eerder al gegeten), naar Vive le vélo kijken, en gaan slapen. Er komen langs beide kanten nogal laat op de avond nog campers naast ons staan. De ene heeft airco opstaan, jammer genoeg maakt die behoorlijk wat lawaai. Gelukkig gaat hij later op de avond uit, zodat we het geruis van het riviertje beneden ons nog kunnen horen. 

Donderdag 14 juli

Franse nationale feestdag vandaag. We slapen lang, heel lang voor ons doen, tot 8u. Meneertje Mertens maakt koffie, na de koffie maken we ons klaar en gaan naar de bakker. Er staat een lange rij wachtenden (nadeel van later opstaan, niewaar), we gaan eerst eens naar de Spar naast de bakker, die open is op de feestdag. Het is er ook druk. Daarna trotseren we de rij wachtenden bij de bakker.

Ik ga nog eens naar het dorp om foto’s te maken (mens, wat is het al warm, het is nog geen 10u begot, hoewel het hier gisteren toch 5 graden koeler was dan op onze vorige plek). Onderstaande foto vind ik Frankrijk ten voeten uit. Sommige plekken in Vlaanderen noemt men La Flandre Profonde, ik vind dit hier La France Profonde.

Op het plein staat een grote tent waar een circusschool oefent.

Terug “thuis” opper ik of het mogelijk is dat de Belgen die naast ons staan (Belgen met een Hymer integraal, sticker van Campirama) dezelfde mensen zijn als zij die vorige week naast ons stonden tijdens de rit Lille – Bos van Wallers? Hij denkt van niet, maar twijfelt toch ook. Hij loopt eens buiten en knoopt een praatje aan met de Belgische buren. Wat blijkt? Ja, het zijn dezelfde mensen. We staan dus twee keer, puur toevallig, naast elkaar op pakweg 600 kilometer afstand van elkaar? Hoewel we van de vorige keer wel wisten dat ze de Tour ook nog gingen volgen, en dat ze ook graag op camperplaatsen van Camping Car Park staan. Het grappige is ook: gisteren stonden ze ook vlakbij de Lacets de Montvernier, ietsje vroeger op het parcours langs de grote baan. Het is een kleine wereld.

We houden ons nog wat in stilte bezig (verslag, blog (ik) (waarbij ik deze foto zie als ik de laptop aan- en uitzet)…

… een dutje (Meneertje Mertens) (hoewel dat niet in stilte is)), ik maak middageten (warm, ja, maar we hebben gehakt gekocht en dat moet op) (zo’n taco bootjes of hoe moet je dat noemen, met gehakt en en ajuin en voor de rest frisse rauwkost), en kijken naar de koers.

Tussendoor ruimen we een beetje op, Meneertje Mertens buiten en ik binnen. Na de koers is de rest snel opgeruimd, we gaan nog lozen en vullen, en vertrekken naar het parcours van morgen. Het gaat meteen naar beneden, en al hop direct weer haarspeldbochten. We rijden daarna meteen weer een berg op… en of het een uitdagende rit is! Korte haarspeldbochten, veel smalle tunneltjes en overkappingen, en steil. Heel steil. We komen een bordje tegen met de naam Trou d’Âne, en krijgen half de slappe lach. Niet het hol van pluto maar het ezelsgat! Daarna wordt het gelukkig wat minder zwaar.

(yep, soms zit er een vlieg op het raam)

We belanden op wat grotere wegen, tot we kort voor onze bestemming een smal baantje opgejaagd worden, dat smaller en smaller wordt, waar we op het eind nog onder een overkapping moeten, maar die blijkt bij nadere inspectie ruim hoog genoeg. Aan het eind van dat smalle wegje worden we beloond met het oprijden van het parcours.

We rijden de eerste beklimming van de rit op, en vinden geen plekje. Er zijn er hier en daar wel, maar we hebben er geen zin in. Te dicht bij de weg (wat we ook voor de overnachting verontrustend vinden), onder de bomen, alleen (ik voel me altijd veiliger en geruster als er nog een paar campers staan), er is altijd wel iets. In de afdaling zien we een troep mobilhomes samen, we zien daar god in de hemel de Belgen waar we vandaag op de camperplaats naast stonden (weetwel, die waar we al twee keer naast stonden), er is nog ruim plaats en we stoppen daar. Het ziet er een fijn plekje uit, aan de rand van een boomgaard (walnoten), langs een baan die ‘s nachts wel rustig zal worden. We eten een boterham met kaas…

… lopen nog eens rond voor wat foto’s…

… slaan een babbeltje met de Belgen en kruipen in de camper. Nog Vive le Vélo kijken, en dan gaan slapen. Maar toch niet alvorens een laatste foto te maken van de avondlucht.

Ook van de Franse feestdag merkten we weinig. Wat vlagjes hier en daar, en toen we in ons bed lagen vuurwerk heel erg in de verte. Er won geen Fransman vandaag op Alpe d’Huez, en Bardet fietste iets minder vrolijk de berg op.

Dahlia-update:

Bij de 4 dahlia’s zit er een speciale, een donkere. Levert mooie plaatjes op. Het lijkt wel een kunstzinnige artisjok.

Foto’s door Sara.

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

11 reacties

  1. Ik zie zo groen van jaloezie als de trui van Van Aert! Mijn ouders komen ook vaak dezelfde mensen opnieuw tegen, en zeker tijdens de TdF natuurlijk.

Laat een reactie achter bij picpholioReactie annuleren