Maandag 11 juli

Vandaag rustdag in de Tour, en wij rijden naar een volgende camperplaats. Van de Vlaamse feestdag merk je hier niet veel, of beter: niks. Gelukkig. Het hooggerechtshof en de woorden van Homans maken me al ambetant genoeg, vergeten maar die handel. We rijden van de camperplaats van Métabief naar de camperplaats van Bonneville in de Haute Savoie.

We doen het rustig aan: 200 kilometer rijden is goed te doen. We staan wat later op, maken ons op het gemak klaar, en vertrekken. We vonden Métabief een fijn dorp, het terugkeren waard. De camperplaats was in orde, ook al is het een veredelde parking. We stoppen voor brood in het dorp, en eten het lekkerste brood dat we in Frankrijk in tijden gegeten hebben. Wat een aanrader! Alleen een beetje ver.

We konden kiezen tussen een route via Zwitserland en een route via Oyonnax, allebei ongeveer even lang. We hebben Zwitserland wel gezien voor deze reis, en kiezen voor Oyonnax. We rijden dus nog een tijd door de Jura. We genieten van het mooie weer en de uitzichten. Veel gelijkaardige kerkjes zien we in het begin van onze trip (en zagen we ook vorige dagen).

We stoppen eens om te tanken, maar het is een tankstation zonder bankautomaat, en daar heeft Meneertje Mertens geen zin in. We stoppen eens voor koffie en een lekkere croissant van de bakker. Ik maak foto’s van de bloemetjes langs de parking, zot wat je allemaal vindt in zo’n eenvoudige berm.

We zitten opeens op het Tour-parcours en we vragen ons af hoe en wat? Tot ik Le Lac des Rouges Truites herken, daar zijn ze al gepasseerd. Hier is alle versiering van zaterdag dus nog intact, en dat is leuk om te zien. We stoppen nog eens om te tanken, deze keer verloopt het vlot. We beslissen nog snel naar de Carrefour te gaan om fruit en verse groenten.

Het laatste stuk van de weg is in de regio Auvergne Rhône Alpes over grotere wegen. Soms minder mooi ook, met meer industrie. Maar na Annemasse wordt het weer landelijker, en we zien ook de hoge bergen steeds dichter komen. We zijn niet ver van Genève en Chamonix en de Mont Blanc. Bonneville ligt aan de voet van de bergen, de camperplaats is een camping mon village en is dus groen en aangenaam. En goed onderhouden.

En weer verre van overbevolkt, we like. We zoeken een plekje op, sluiten elektriciteit en schotelantenne aan, en maken ons plekje onder de luifel in orde.

We eten buiten, zalig brood van die bakker van vanmorgen. De kersen die we in de Carrefour kochten, zijn ook overheerlijk. Kleine gelukjes. We doen deze namiddag niks meer: ik maak een blogbericht en converseer een beetje met mijn dames, ik lummel maar wat aan eigenlijk. Maar dat was de bedoeling. Het is vakantie.

Meneertje Mertens ziet een salamander (ja? of is ’t iets anders?) aan het sanitair gebouw.

We bakken ‘s avonds iets op onze party grill, met een slaatje erbij hebben we goed gegeten. Het is warm, we gaan wat later slapen. Onze plannen voor morgen zijn aangepast: naar de koers gaan kijken skippen we. We hebben zin in een dagje ter plaatse, met een wandeling naar het kasteel van Bonneville als het nog koel is. 

Dinsdag 12 juli

We staan vroeg op voor onze wandeling naar het kasteel van Bonneville. Koffie, klaarmaken en we zijn weg, gewapend met het fototoestel. Het is niet echt een wandeling, het is een wandelingetje van 3,5 kilometer. We starten eigenlijk langs de foute kant, het duurt even voor we bij het centrum en de rivier zijn, en dan zijn de mooie luchten al weg. Dat duurde 5 minuten of zo, het is te mooi weer voor indrukwekkende zonsopgangen. En de zon zit hier natuurlijk ook lang achter de bergen. Aan de rivier de Arve gaan we een voetgangersbrug op, en het begint ons te dagen dat het hier echt niet mooi is, jammer genoeg. Geen zicht op het kasteel, een lelijk zicht op het water (zelfs met mooie zonsopgang had het dus niks geweest). Appartementsgebouwen, lelijke gebouwen.

Langs het water gaan we naar de brug, en tegen dan staat mijn humeurmeter in het rood. Dju toch, wat is het hier lelijk. Het kasteel staat ingemetseld in huizen en gebouwen, nergens een mooi zicht. We kijken er eens rond, maken wat foto’s en trekken dan weer naar de camperplaats. Met de telefoon maakte ik nauwelijks foto’s, de foto’s met de camera zijn voor later. Deze vonden we wel grappig.

We maken nog een zijstapje langs de Route de Tours (of zoiets, ik weet het niet meer zeker), maar ook daar lijkt het uitzicht nergens naar, door alomtegenwoordige kranen.

Gelukkig word ik nog wat getroost door een kapelletje. Terug op de camperplaats doen we niet veel: eten maken, foto’s overzetten, beetje laptoppen. Camperlife…

In de namiddag kijken we naar de koers, voorlopig houden we de hitte nog onder controle. Maar het is nu natuurlijk nog niks met wat er lijkt aan te komen. Ik moet zeggen: het jaagt me toch wel wat schrik aan. Maar we zien wel. Tijdens de koers oppert Meneertje Mertens of we straks al niet op het parcours kunnen gaan staan, en ik zie dat eigenlijk wel zitten. Dus ruimen we op, lozen nog, en vertrekken richting Albertville.

Onderweg gaan we nog snel naar een Carrefour voor brood, sla, een meloen en worstjes. Vreemd lijstje, hehe. Zo kunnen we er weer wel een paar dagen tegen zonder boodschappen. We zijn nu echt wel in de Alpen, en de cols worden (niet alleen met de fiets maar ook met de camper) al wat uitdagender om te overwinnen. Maar het gaat allemaal heel vlot, en we zien zoveel mooie dingen onderweg. We rijden door de Gorges du Borne (mooi!)…

… we rijden langs de Borne…

… we beklimmen de col du Tamié.

Als we op het parcours belanden, heb ik weer redelijk in mijn hoofd tot waar ik wil dat we rijden, dat we niet te ver afdwalen van de camperplaats van vanavond. We rijden een heel lang stuk over een rechte en saaie baan, het dal door. We komen hier en daar een groepje camperaars tegen, we weten zo wel waar we kunnen gaan staan als we verder niks vinden.

Het begint me stilaan te dagen wat de eerste col van de rit morgen is: Les Lacets de Montvernier. Spectaculair. Maar echt: spectaculair. De weg die zich naar boven slingert als een veter op een schoen. Heb ik al eens gezien tijdens de koers, en wilde ik eigenlijk ook wel eens met eigen ogen zien.

Aan de voet van de berg zien we een paar mogelijke plekjes, maar we rijden nog verder. Tot blijkt dat de col volledig afgesloten is. Als ik me het goed herinner, mag hier gewoon niemand op, ook geen voetgangers. De weg is daarvoor té smal en er is geen gras om op te zitten. We keren terug, en posteren ons op een plekje waar al 2 campers staan. Aan de voet van de col. Met zicht op. Ik ben zo content, maar echt: zo content! We gaan dat hele circus gewoon tijdens de volledige berg kunnen volgen. Schitterend! Wat een plek!

Meneertje Mertens zet de schotelantenne op, we zorgen dat het hier koel is, we eten nog een boterham en kijken naar Vive le Vélo. Ondertussen worden er af en toe wat foto’s gemaakt buiten.

We liggen redelijk laat in ons bed, met het plan morgenochtend een wandeling te maken. Het is hier wel behoorlijk lawaaierig: we zitten tussen de snelstromende rivier de Arc, de grote weg, de spoorweg waar af en toe een lange goederentrein voorbij dendert, en de autostrade. Uiteindelijk valt het verkeer op de grote weg en het treinverkeer nog stil, maar ik lig toch lang wakker.

Verwante Berichten:

Misschien lees je dit ook graag:

8 reacties

  1. Mooie foto`s. Dit jaar kijk ik voor het eerst de tour, vandaag de Alpe d’Huez. Mijn zus en haar man fietsen deze berg ieder jaar een paar keer ander elkaar 😊 voor het goede doel. Fijne reis verder

Laat een reactie achter bij rietepietzReactie annuleren