1 september nadert, heel snel. En dan gaan we terug naar af.

Twee maanden hebben we van samenwonen kunnen spelen, en twee maanden was het verdomd fijn. Alhoewel het de laatste weken al serieus op me begon te wegen. Echt genieten kon ik niet meer, omdat daar iedere keer dat gevoel was, van straks is het gedaan, het is toch niet echt.

Ik heb steeds weer dat idee in mijn kop, van 1 september. ’s Ochtends brengen we Jens en Lies samen naar school. Naar hun nieuwe school. En ’s middags gaan we hen halen, want de eerste dag moeten ze niet meteen blijven eten. En dan brengen we hen terug. En gaan we hen halen. Maar het is maar een voorstelling in mijn hoofd. Want in het echt, daar gebeurt het niet. Daar mag het niet. Daar moeten wij elk apart, 60 km van elkaar weg, die eerste schooldag doormaken.

Maar weet je, ze zullen ons gvd niet blijven hebben. Wij beginnen plannen te maken. Wij blijven niet doorsukkelen zonder dat we vooruitzichten hebben. Als die vooruitzichten ons niet gegund worden, dan maken we ze zelf wel. Het is genoeg geweest, het is tijd voor ons. Tijd om samen de kinderen naar school te brengen. Tijd om elke nacht samen te kunnen slapen. Om elke ochtend samen op te staan. Om niet meer te moeten bellen naar elkaar, maar om gewoon te kunnen praten, zo ’s avonds in de zetel.

En we zullen er verdomd iets moois van maken, even mooi als de afgelopen twee maanden. Ik weet dat het lastig zal zijn, met vier kinderen, maar het zal niet lastiger zijn dan de afgelopen jaren, en we zullen er met zijn zessen iets moois van maken. Samen. Nog een beetje geduld. Ik begin de dagen weer af te tellen.

Verwante Berichten:

  • Geen verwante berichten

Misschien lees je dit ook graag:

4 reacties

  1. Nog vier maanden, +/- 120 dagen. Die zijn zo om 😉

    Alhoewel…

    Als je snel bent kan je de kinderen volgens mij nog snel inschrijven in die nieuwe school.
    Dan kan je ze morgen gewoon naar daar brengen…

Zeg het eens?