Zondag 3 augustus
Ik word redelijk vroeg wakker op onze berg (1640 m), ik wil dan ook de zonsopgang fotograferen. Gisteren en vannacht al gemerkt: de wind fluit rond de camper. Buiten is het koud. Binnen ook, haha, gelukkig hebben we verwarming. Lange broek en trui en jas aan, en naar buiten. Geen idee wat de gevoelstemperatuur is, die lijkt me wel onder 0, zo koud. Eigenlijk staan we niet hoog genoeg op de berg, ik had liever hoger gestaan, op de echte top, maar we waren te laat boven gisteren om dat goed te bekijken.
De zonsopgang is prachtig, die kleuren!
Zoals in mijn vorig verslag vermeld: vogels van allerlei pluimage.
En ik denk wel dat ik tevreden kan zijn van mijn foto’s. Terug naar binnen voor koffie, ik schrijf verslag en blogbericht, alles op het gemakje. Ik probeer dit moois nog te negeren, maar ga uiteindelijk toch weer naar buiten voor nog wat foto’s van de opstijgende wolken.
Herman vroeg of we op de terugweg langs zouden gaan bij mijn zus en schoonbroer Hilde en Joeri. Daar had ik nog niet over nagedacht, eerder in onze trip lag hun reisweg te ver weg van de onze. Ik bekijk het nu nog eens, en we blijken er toch wel eens langs te kunnen gaan tijdens onze tocht terug naar huis. Ik stuur een berichtje, en ja, we kunnen er morgen wel eens passeren. Leuk.
We passen onze plannen aan: we vertrekken vandaag al voor een stukje terugweg, zodat we morgen geen 300 kilometer moeten rijden, anders is het de moeite niet. Ik zoek een camperplaats uit voor vanavond en maak een route, en weg zijn we. Over de top van de berg (dat wilden we nog wel eens doen) en dan richting Jura. Er hijsen zich weer veel fietsers omhoog op de Col du Semnoz.
De afdaling gaat vlot, eens voorbij de top zitten we op een vrij brede weg. De weg vertoont jammer genoeg ook veel sporen van racers.
We rijden wat voorsteden van Annecy door, en rijden dan een stukje snelweg. We hebben tolwegen vermijden opgezet, maar willen snelwegen nemen waar dat kan. Maar er volgen nog genoeg smallere bergwegen ook. Het is toch wel zwaar rijden hier. Op één of andere manier komt onze conversatie op Dutroux, en hoe hij hier in een houten hok in eenzame opsluiting zou kunnen zitten, met dagelijks water en brood en een appel. Vraag niet hoe we daarbij kwamen, maar terwijl we daarover praten passeren we ineens een houten boomhut, lijkt wel ter illustratie. Sorry voor de slechte foto, maar het moest erbij.
Niet dat al onze conversaties zo zwartgallig zijn hoor, we lachen wat af. En ja, ook op de smalle bergwegen. Op de heel heel heel smalle bergwegen is lachen onze afleiding van wat er gebeurt, kwestie van het niet erger te maken dan het eigenlijk is. Dat is over het algemeen onze manier om met de dingen om te gaan.
We stoppen nog aan een Intermarché om te tanken (Super U en Intermarché zijn over het algemeen de goedkoopste, Total Energies te mijden wegens pokkeduur behalve de “speciallekes” zoals Adblue en LPG – dat laatste was nog niet nodig, ha, de verwarming heeft nog niet vaak moeten opstaan, en koelkast en koken verbruiken niet veel). We stoppen ook bij een bakker voor brood en croissants. En daar maak ik deze foto van onze trouwe Momo.
Het weer wordt steeds beter en vooral warmer, van de 5 graden met harde wind is geen sprake meer. De temperatuur klimt op het gemakje naar 24 graden en meer. We rijden door een ietwat meer toeristisch gebied waar heel veel Nederlanders zijn. Maar dan gaat het toch weer naar dun bevolkt gebied met weinig buitenlanders.
Het is een voor ons ongekend stukje Frankrijk, en het is hier toch weer verrassend mooi. We rijden een stuk langs een heel breed stuk van de Ain, wat is dit ook weer mooi.
We rijden naar een CCP camperplaats in Beaufort-Orbagna, een godvergeten dorp in de Jura. De camperplaats is vrij nieuw maar blijkt niet erg aantrekkelijk te zijn, een soort veredelde parking in de blakende zon. Dat zal wel beteren als het aangeplante groen wat groter is. We lozen en vullen de watertank bij, en beslissen dan toch nog naar een andere camperplaats te rijden. Er is er eentje op maar 22 kilometer, dat is nog goed te doen.
Op dus naar Louhans Le Port, en daar ziet het er wat beter uit. Bij het jachthaventje aan de Seille, bomen zorgen voor wat lommer en het is er aangenaam. We staan wel dicht op elkaar, maar het is maar om te overnachten dus veel hebben we niet nodig. We kijken er naar de laatste rit van de Tour des Femmes, we vonden het eigenlijk maar een flauwe bedoening, deze vrouwentour. Jammer. We eten overschotten op, lekker makkelijk. Ik ga nog eens tot aan het water kijken, en we kruipen eigenlijk veel te laat in ons bed. De plannen voor morgen zijn ondertussen ook geconcretiseerd.
Maandag 4 augustus
We hebben hier lekker geslapen, het was rustig. We hebben ook te lang geslapen, ik moet mijn verslag van gisteren nog schrijven, en ik ben ‘s morgens ook heel erg traag. Plan was om rond 8u30 bij de Leclerc te staan, boodschappen doen en dan verder rijden, maar dat plan lukt niet. Het is al ruim na 9u voor we vertrekken, en we worden ook lang opgehouden bij het lozen.
De Leclerc is niet ver, maar er is markt in Louhans, en die is blijkbaar heel erg succesvol, zoveel volk! Ik zoek het later eens op, blijkt de maandagse pluimveemarkt te zijn, die zich met 250 commerçanten en veel meer dan alleen maar pluimvee over het hele stadje lijkt uit te strekken, en er komt een massa volk op af. Overal aanschuiven dus. De Leclerc is niet de beste die we al tegenkwamen, maar goed, we vinden wat we nodig hebben. We moeten weer het hele stadje door als we weer vertrekken, en het gaat nog trager dan in het doorrijden.
Eens we uit het stadje weg zijn, rijden we erg vlot. Vlak landschap, minder kronkelwegen, soms grote wegen. Maar soms toch ook nog heel smalle wegen!
Het gaat weer door eindeloze bossen.
Een smalle brug over de Saône.
We belanden in de Bourgognestreek met grote wijngaarden, want we rijden dan ook naar het Canal du Bourgogne.
Onze bestemming: La Buissière-sur-Ouche, waar Hilde en Joeri liggen met hun Hoop Doet Leven. Het dorp ligt op weg naar huis voor ons. Rond de middag komen we aan, we gaan er op een parking bij een sluis staan, eten iets, en rusten nog wat.
Meneertje Mertens doet een dutje, ik ga na een tijdje eens rondkijken bij de sluis. Daar staat een camper, ik wil weten hoe die daar staat. De mensen van de camper zitten onder een boom in hun zeteltjes, en we slaan een uitgebreid praatje. Zeer aangename mensen die in de buurt van Lille wonen, en die graag tochtjes maken langs kanalen en sluizen. Ze zijn erg geïnteresseerd in het schip van mijn zus, en ik geef hen de website door. Het wordt ondertussen behoorlijk warm, ik ga Meneertje Mertens wakker maken, en we vertrekken naar de boot. Die ligt vlakbij, tussen de sluis waar wij staan en een volgende sluis.
We hebben een heel fijne namiddag samen, met koffie en taartjes, en een wandelingetje langs het kanaal.
Kijk, een reiger! Ik had die eerder al tijdens mijn babbeltje met het Franse koppel zien vliegen met een vet visje in zijn snavel.
De rivier met de grappige naam.
Een selfie om naar het thuisfront te sturen. (stel u maar wat hilarische taferelen voor van vier mensen van middelbare leeftijd die met z’n vieren een foto proberen te maken van zichzelf, we doen dat niet vaak).
Dat het hier prachtig is menskes, en zo heerlijk rustig. Heel weinig gemotoriseerd verkeer, wel veel fietsers waaronder ook veel bikepackers.
’s Avonds eten we samen soep met brood en kaas. Lekkere champignonsoep gemaakt door Joeri. We blijven nog lang plakken, gespreksonderwerpen en ook grappige verhalen genoeg, er wordt wat afgelachen.
Maar dan moeten we toch echt eens gaan slapen, want morgen hebben we een lang eind te rijden richting België. In de camper was het deze namiddag 40 graden, de temperatuur is gezakt naar een menselijke (haha, not) 32 graden. We zetten alles open en wachten nog even om te gaan slapen. Het is hier zalig rustig, met alleen het geluid van de sluis op de achtergrond.

Dit was weer genieten met een grote G. En o zo fijn dat je ook je zus en schoonbroer kon ontmoeten onderweg. Hen volg ik ook via Instagram.
Als jullie momo stravadata zou geven dat zou een flinke Franse rit zijn geweest als die dagen.
Fijn om de familie te kunnen treffen. Goede thuisreis gewenst
Wat de reisfoto’s duidelijk laten zien is hoe dicht we in Nederland op elkaar wonen. Misschien kunnen we in het hoge noorden nog wat langer tijd rijden over heel stille wegen maar hier in de randstad zeker niet. Je zus heeft ook geen klagen over een mooi plekje om aan te meren
40C, dan ben ik compleet misselijk! Hoe ellendig.
zo tof dat je bij de boot bent kunnen langsgaan.